Werk in ontwikkeling

Werkplaats Oerol biedt ruimte voor nieuw locatiespecifiek werk in ontwikkeling, zowel tijdens als buiten het festival.

Collectief Rotor komt in september een week op locatie werken om onderzoek te doen voor hun nieuwe werk Erosion II.

FloenK_kunstbende_4.jpg
FloenK, bestaande uit Meia Eggermont en Cas de Graaf, is de winnaar van Kunstbende 2023 in de categorie Theater. Voor Oerol 2024 hebben zij een nieuwe performance ontwikkeld, Kapotte poppenkoppen, die ze op festivalhart de Deining aan het publiek hebben gepresenteerd. De voorstelling was bedoeld om het publiek een gevoel van verwarring te geven, met de vrijheid om zelf te bepalen hoe diep ze erover wilden nadenken. Hun werk, vaak spontaan en geïmproviseerd, is een zoektocht naar nieuwe en onverwachte manieren van verhalen vertellen.
Binnen Werkplaats Oerol heeft het team van Niet Mijn Huis gewerkt aan een scène gebaseerd op het korte verhaal Casa Tomada van Julio Cortázar. Deze voorstelling, waarin taalbarrières en toegankelijkheid centraal staan, onderzoekt hoe meertalig theater gemaakt kan worden. Tijdens de residentie waren er unieke inkijkjes in het maakproces, waarbij het publiek repetities kon bijwonen. De voorstelling wordt uitgevoerd in gesproken Nederlands, Nederlandse Gebarentaal en audiodescriptie, en speelt in op thema's van vervreemding en verlies.
More White Money richt zich op de invloed van Europese kunstsubsidies op de mondiale kunstmarkt. Deze internationale residentie op Terschelling, gefaciliteerd door Oerol, bracht kunstenaars uit verschillende landen samen om deze onevenwichtigheden te onderzoeken. Tijdens Oerol deelden ze hun eerste indrukken en bevindingen met het publiek en vakgenoten. De voorstelling gaat in november 2025 in première in de Sophiensæle in Berlijn en zal daarna door Nederland touren.
Amira al Rawi werkte tijdens haar residentie bij Werkplaats Oerol aan haar eerste locatievoorstelling Majnun, een dansvoorstelling die verder ontwikkeld en gepresenteerd wordt bij Over het IJ Festival. Gebaseerd op het oude Arabische verhaal Layla en Majnun, verkent de voorstelling thema's van vervreemding en diep verlangen. Al Rawi, zowel maker als danseres in de voorstelling, maakt gebruik van dansstijlen zoals waacking, housedance en flamenco. De muziek, gecomponeerd door Esmail Bnaoe, combineert elektronische, industriële en Midden-Oosterse invloeden.
Het muzikaal makerscollectief BUI ontwikkelde binnen Werkplaats Oerol hun werk What are you building in there!? op locatie. Op het strand bij het festivalhart creëerden zij een improvisatieplek die zes uur lang meebewoog met het getij. Muzikanten bouwden en braken stellages af, zongen melodieën en bespeelden blazers en trommels, geïnspireerd door het moment en de omgeving. Het werk was een viering van het hier en nu, waarbij het landschap, het publiek en voorbijgangers onderdeel werden van de performance.
Romke Gabe Draaijer werkte binnen Werkplaats Oerol aan een audio-installatie getiteld MEEUW 6004 (geen Tsjechov), waarin het verhaal van de zilvermeeuw wordt verteld vanuit het perspectief van de meeuw. Deze installatie, gebaseerd op wetenschappelijk onderzoek, onderzocht de interactie tussen mens en meeuw en stelde de vraag wie nu eigenlijk het grootste plaagdier is. Draaijer deelde tijdens Oerol 2024 de eerste resultaten van dit work in progress met het publiek. Draaijer wordt in zijn makerschap ondersteund door Tryater.
Wat is nu wijsheid: sterven of voortplanten? Eva Bartels onderzocht binnen Werkplaats Oerol schurende vragen die passen bij de pijnlijke fases van ons aardse bestaan. Geïnspireerd door de Earth Works van Ana Mendieta, voerde Bartels re-enactments en groepsrituelen uit met het publiek, zoals een levende begrafenis en een groepsbevruchting. Bartels bevraagt zichzelf en het publiek, en probeert traditionele normen en gevoelens van schuld en schaamte los te laten.

Abhishek Thapar verkent in zijn project Lacuna Kitchen de kloof tussen het publiek en de vaak onzichtbare mensen die ons eten bereiden, serveren en opruimen in restaurants. Tijdens zijn residentie bij Werkplaats Oerol bereidde Thapar een Terschellinger versie van Lacuna Kitchen voor als onderdeel van het programma van Oerol Festival 2025. Hij onderzocht geschikte locaties, de horeca van Terschelling en ontdekte waar het voedsel op het eiland vandaan komt. Daarnaast verkende hij mogelijke samenwerkingen voor het project van volgend jaar. Het doel is om het publiek te laten deelnemen aan zowel de voor- als achterkant van het restaurantbedrijf, met aandacht en zorg voor het voedsel en de mensen die daarbij betrokken zijn.

Johannes Westendorp is in september 2023 gestart met een tweejarig onderzoeksproject aan de Universiteit van Antwerpen. Hij onderzoekt de mogelijkheid van locatieconcerten waarin insecten en amfibieën centraal staan. Ze hebben een geluidsinstallatie met 8 speakers gebouwd, waarin bezoekers worden ondergedompeld. Met effectpedalen en zelfgemaakte elektronica creëren ze klanken die lijken op die van rugstreeppadden (‘low fi’). Dit leidt tot een compositie/soundscape die inspeelt op de omgevingsgeluiden van de dieren. Het doel is een voorstelling voor publiek, hopelijk tijdens Oerol 2025. De residentie bleek cruciaal voor de ontwikkeling van de opstelling en muzikale elementen. 

Johannes: ‘Voor ons is de uitdaging om een balans te vinden tussen enerzijds een organische structuur die past in de omgeving en anderzijds voldoende klankrijkdom om een boeiende concertvoorstelling te kunnen maken.’

Nina Iggy volgt een ontwikkeltraject bij Station Noord, met Oerol als partner. Tijdens haar maakproces deed ze een week onderzoek op het strand van Terschelling. Nina: ‘The making process for me is greatly affected by my feeling of possibilities. The natural surroundings, only accessible somewhere like Terschelling, were an integral part of my research into coming back into the body’s relationship with itself and the natural elements to which we surrender in birth, life, and death. (..) The obvious natural restrictions and freedoms that we found while moving in amongst the sand, such as the heaviness of the sand itself and the sunburn from the sun above, all inspired my movement choices, which I indeed would never have found making material in the studio.’

Meer