Volgend jaar gaat de dansperformance Waste Me van Maas theater en dans in première tijdens Oerol Festival 2024. Het decorbeeld is de exacte hoeveelheid afval die een Europeaan weggooit in een jaar tijd. Maar vanwaar de interesse in.. troep? We spreken Cecilia Moisio, de choreograaf en theatermaker achter de voorstelling.
Laat ons raden: jouw kasten zijn vast volgens de Marie Kondo-methode netjes opgeruimd?
‘Ha nee, helemaal niet. Ik kan zelf slecht iets weggooien en bewaar nog heel vaak spullen, met het idee dat ze ooit in de toekomst nog van pas kunnen komen. Eerlijk gezegd ben ik soms zelfs een beetje een verzamelaar. Ik hou van servies, van Fins design. De voorstelling is misschien ook een pleidooi gericht aan mezelf om spullen los te laten.’
Hoe kom je dan op het idee om deze voorstelling te maken?
‘Ik had dit idee al vijf jaar geleden, toen ik een nieuw concept moest bedenken voor de Nederlandse Dansdagen-prijs. Het zit eigenlijk zo: al mijn voorstellingen gaan over de psychologie van mensen. Ik ben gefascineerd door de vraag waarom we vaak blind zijn voor ons eigen consumptiegedrag. Toen ik dit thema begon te verkennen, ontdekte ik hoe PR en marketing zijn ontwikkeld en hoe ze inspelen op de hunkering van mensen om iemand anders te zijn, dan wie we echt zijn. Het begon in Amerika, met de sigarettenindustrie van de jaren twintig. In die tijd rookten alleen maar mannen, waardoor ze de helft van de bevolking misliepen. Ze besloten een campagne te starten waarin sterke, onafhankelijke vrouwen werden afgebeeld. Dit leidde ertoe dat vrouwen ook begonnen te roken, omdat ze zo wilden zijn als die vrouwen in de campagne.
Waste Me gaat over onze massaconsumptie, maar ook over onze wegwerpcultuur. En dat heeft niet alleen met spullen te maken, maar beïnvloedt ook de manier waarop we met onze relaties omgaan. Bevalt iets of iemand niet, dan doen we het weg en vervangen we het.’
Je bent van plan om de hoeveelheid afval die wij jaarlijks produceren als decorbeeld te gebruiken. Hoeveel is dat eigenlijk?
‘Per persoon produceren we 500 kg trash. En dat is alleen ons huishoudelijk afval. Wanneer je ons aandeel in mijn- en bouwafval meerekent, gaat het om tien keer zoveel.’
Wow.
‘Ja, precies dat! Het moet ook een shockeffect opleveren, dat mensen denken: ‘Goh, dus zoveel shit produceer ik.’
We begrepen dat de performers in en met deze hoeveelheid afval moeten werken. Dat zal ongetwijfeld fysiek veeleisend zijn. Kun je ons iets vertellen over het repetitieproces en de uitdagingen die je verwacht?
‘Oeh ja, we realiseren ons dat we in het proces goed moeten nadenken over wat voor materiaal we kunnen gebruiken. Het is belangrijk dat de dansers er in kunnen vallen en verdwijnen. De decorontwerper [red: Marlies Schot] denkt samen met mij na over het materiaal. We zijn veel in gesprek met elkaar.’
Hoe verloopt het creatieve proces verder?
‘Ik ben momenteel nog veel psychologisch onderzoek aan het doen en mijzelf aan het afvragen hoe ik dat in de scènes wil verwerken. Daarnaast ben ik dus met de decorontwerper bezig, en is de componist begonnen met het schrijven van de muziek. Samen sparren we veel. In een later proces gaan we de studio in, dat zal in april of mei zijn. Maar het grootste puzzelwerk gebeurt op locatie, dat kan niet anders.’
Wordt dit de eerste keer dat je een locatievoorstelling maakt?
‘Nee, maar het wordt wel de eerste keer buiten! Ik heb als performer wel ervaring met buitenlocaties, maar als maker nog niet, dus dat wordt spannend.’
Kun je al iets zeggen over de locaties die jullie hebben bezocht?
‘In september zijn we met het team bij Oerol op bezoek geweest en hebben we in totaal zes locaties bekeken. Eén daarvan was de de oude vuilnisbelt van Terschelling, wat inhoudelijk een heel interessante plek is, maar visueel misschien iets minder. Zo maken we bij elke locatie afwegingen, en bedenken we wat de voors en tegens zijn. Wat de definitieve locatie gaat zijn, is nog even geheim – ook voor onszelf, haha.’
Hoe denk je dat de locatie invloed heeft op de creatieve processen?
‘Op de vormgeving heeft het enorm veel invloed. Kunnen we een deel van het landschap in het decor laten interferen, of moeten we het lostrekken van elkaar?’
Tot slot, als je zou moeten kiezen: wil je dat het publiek na het zien van Waste Me nadenkt over hun eigen consumptiegedrag, of dat ze er iets bij voelen?
‘Ik kan niet kiezen. Ik hoop dat het publiek voelt wat het gedrag van alsmaar consumeren en weggooien doet, en dat ze de fysieke uitputting van de dansers voelen. Maar natuurlijk hoop ik ook dat ze daarna gaan nadenken over hun eigen consumptiegedrag.’
–
Waste Me wordt een mix van dans, theater, trash art en livemuziek, en zal in juni 2024 in première gaan op (ongetwijfeld) een bijzondere locatie op Oerol Festival op Terschelling. Bekijk de website van Maas theater en dans voor meer informatie.